De islam is een monotheïstische religie die leert dat er maar één onvergelijkbare God is – Allah en dat Mohammed zijn boodschapper is. Het is ‘s werelds op een na grootste religie en de snelst groeiende grote religie ter wereld. De Islam leert dat God barmhartig, almachtig, uniek is en de mensheid heeft geleid door profeten, geopenbaarde geschriften en natuurlijke tekenen.
Zuilen
De basis van de Islaam wordt beschreven in de vijf praktische zuilen (Al Dien) en in de zes geloofszuilen (Al Imaan). Dit zijn in principe verplichtingen voor elke moslim.
Zuilen van de Islaam (Al Dien)
– Geloofsbelijdenis (sjahada)
– Verplichte gebeden (salaat)
– Het geven van aalmoezen (zakaah)
– Het vasten tijdens de ramadan (sawm)
– Het verrichten van de bedevaart (hadj)
Geloofsbelijdenis (sjahada)
Het getuigen dat niets of niemand het recht heeft aanbeden te worden, behalve Allaah en dat Mohammed – vrede zij met hem – de Boodschapper is van Allaah.
Verplichte gebeden (salaat)
Het gebed wordt in het Arabisch ook wel salah genoemd (of salat). Het gebed is als het ware een gesprek met Allaah (Geprezen en Verheven is Hij), een band met Allaah (Geprezen en Verheven is Hij) die de gelovige onderhoudt. Dagelijks richt de moslim zich tot de qiblah (de richting waar de moslim naar toe bid) en verricht door middel van bepaalde handelingen en uitspraken het gebed tot Allaah (Geprezen en Verheven is Hij).
Het gebed maakt de gelovige sterk en het herinnert de gelovige aan Allaah (Geprezen en Verheven is Hij). Dagelijks zijn we druk met werk, school en andere verplichtingen. Hierdoor wordt vaak het doel van de schepping van de mens vergeten: het aanbidden van Allaah (Geprezen en Verheven is Hij). Maar doordat de moslim zich vijf keer per dag tot Allaah (Geprezen en Verheven is Hij) dient te richten in het gebed, worden we weer herinnerd aan ons doel, we vernieuwen de band met onze Heer en we verrichten natuurlijk een daad van aanbidding.
Het belang van het gebed wordt ons duidelijk in het feit dat we op de Dag des Oordeels allereerst ondervraagt zullen worden over het gebed. De Profeet (vrede zij met hem) zei (betekenis):
“De eerste van zijn daden waarover de dienaar op de Dag des Oordeels rekenschap gevraagd zal worden, is zijn salah. Wanneer die in orde bevonden wordt, slaagt hij en heeft hij succes; wanneer die niet in orde bevonden wordt, is hij geruïneerd en verloren. Wannneer hij tekortschiet met betrekking tot zijn verplichte gebeden, zal de Heer zeggen: “Bekijk of er bij de vrijwillige handelingen van Mijn dienaar iets is dat de tekortkomingen in zijn verplichte gebeden compenseert.” Vervolgens worden al zijn (verplichte) handelingen zo bekeken.”
(At-Thirmidhi).
Het verrichten van het gebed is dus een belangrijke zuil van de Islaam en dient nagekomen te worden. Het houdt de band die wij hebben met Allaah (Geprezen en Verheven is Hij) in stand en het is eveneens een reiniging van onze zonden. De Profeet (vrede zij met hem) heeft gezegd (betekenis):
“Vertel mij, als er bij een van jullie een rivier voor zijn deur zou lopen, en hij zou er vijfmaal per dag een bad in nemen, zou er dan nog enig vuil op hem overblijven?” Zij zeiden: “Er zou geen vuil op hem overblijven.” Hij zei: “Dit is een vergelijking met de vijf gebeden, Allaah (Geprezen en Verheven is Hij) vergeeft onze zonden vanwege hen.”
(Boekhaarie en Moeslim).
Tijdens het gebed worden er vele smeekbeden uitgesproken in verschillende houdingen. De smeekbeden en het gebed zijn dus ook onlosmakelijk aan elkaar verbonden
De namen van de vijf dagelijkse gebeden (en tevens van de tijdstippen) zijn:
1. Fajr (Dageraad)
2. Dhuhr (middag, net na het hoogste punt van de zon)
3. Asr (namiddag)
4. Maghrib (zonsondergang of avond)
5. Isha (nacht)
De zuilen van geloof (Al Imaan)
- de eenheid van God (tawhied)
- de engelen
- de geopenbaarde boeken (de Tawrat, de Zaboer, de Inddjil en de Koran)
- de profeten en de boodschappers
- de Wederopstanding en de Laatste Dag
- de Voorbeschikking . Dit is onder te verdelen in vier punten:
- Gods Kennis. God weet alles van tevoren en heeft dat voorbeschikt
- Gods Wil om iets te laten gebeuren of te laten ontstaan. Dit zal ongetwijfeld ook gebeuren of ontstaan
- Gods Schepping van alle levende en niet-levende objecten: alles in (en eventueel buiten) het universum is met de wil en schepping van God tot bestaan gekomen
- Gods Toestemming voor al het goede en het kwade (vanuit menselijke perceptie) dat tot stand komt.